Ko
30 April
'De Korte Corner' de mindset-theorie (deel 1)
Door Remco Hartgers
In het technisch beleidsplan van HC Schiedam wordt bij de jeugd gesproken over "Winst boven winnen”. Het primaire doel is niet om de wedstrijden te winnen, maar om van ieder gespeelde wedstrijd te leren. Hierdoor gaan spelers stapje voor stapje beter hockeyen (winst). Spelers die zich blijven ontwikkelen, gaan vanzelf wedstrijden winnen.
In het weekend hebben onze coaches invloed op dit leerproces. Maar ook voor de ouders van jeugdspelers is een belangrijke rol weggelegd. Hoe? In dit artikel wordt hier antwoord op gegeven aan de hand van de Mindset-theorie (deel 1) en de Open-foutentheorie (deel 2).
De mindset-theorie: een inleiding
HCS heeft als doel om jeugdspelers beter te leren hockeyen, ieder op zijn of haar niveau. Dat leerproces duurt bij de meesten 11 jaar, van de F-jes t/m de A-jeugd. Het proces gaat soms heel voortvarend, maar er zijn ook momenten van tegenslagen. Je kan dan denken aan een speler, die net niet de selectie heeft gehaald, of een team dat maar telkens niet kan winnen.
Spelers gaan op een verschillende wijze om met dit soort tegenslagen. Sommige mensen zetten door bij tegenslag, terwijl andere in die situatie hulpeloos reageren. Dit heeft te maken met de mindset, waarmee mensen aan een taak beginnen. De mindset die iemand heeft, zegt iets over zijn "overtuigingen over ontwikkelbaarheid”. Als wij spreken over de mindset theorie, dan hebben wij het over twee verschillende mindsets: de statische- en de groeimindset.
bron: www.sportmindset.nl
De statische mindset
In deze mindset ziet iemand zijn vaardigheden als een vaststaande eigenschap. Je bent geboren met een bepaalde hoeveelheid talent en dat is het dan. Heb je de statische mindset dan geloof je meer in "nature” (erfelijkheid, mate van aanleg voor sport, talenknobbel, etc.).
Een 'statische mindset'-speler zal als doel hebben om te laten zien dat hij goed genoeg is voor het team waarin hij speelt. Deze focus belemmert de 'statische mindset'-sporter echter om zich te richten op waar het eigenlijk om zou moeten gaan: ontwikkelen.
Fouten moeten kosten wat het kost vermeden worden, vindt de 'statische mindset'-speler. Na het maken van een fout ziet hij maar moeilijk een mogelijkheid tot verbetering. Opgeven of de taak vermijden kan het gevolg zijn. Een uitdaging zal vermeden worden, omdat bij falen dit gezien kan worden dat je niet goed genoeg bent. Liever voert een 'statische mindset'-sporter dingen uit die hij al kan en blijft hij veilig in zijn comfortzone.
‘Statische mindset’-sporters zien feedback als een aanval, het is namelijk een indicatie dat ze niet talentvol genoeg zijn. Zij zullen naar excuses gaan zoeken om de feedback te weerleggen en defensief reageren; feedback is een bedreiging.
bron: www.sportmindset.nl
De groeimindset
Een groeimindset daarentegen, is de overtuiging dat talent te ontwikkelen is door veel te oefenen en de juiste leerstrategieën toe te passen. "Hoe meer ik mijn best doe, hoe beter ik zal worden." Mensen met de groeimindset geloven meer in "nurture” (trainen, leren, oefenen, ontwikkelen).
Sporters met een groeimindset gaan juist wel uitdagingen aan, omdat hiervan geleerd kan worden. Waarom zou je telkens iets doen wat je al kan is de gedachte.
Een 'groei mindset'-sporter ziet feedback als een tip, het geeft aan waar hij zichzelf nog in kan verbeteren. Hij zal de feedback ter harte nemen en proberen ervan te leren.
Hoe stimuleer je als ouder een groeimindset?
Op zaterdag staan ouders met plezier het team van hun kind aan te moedigen. Als hun kind een mooie actie heeft gemaakt, waar een goede kans of zelfs een doelpunt uit voort komt, geven zij hem of haar na afloop een compliment.
bron: www.sportmindset.nl
Wees er dan van bewust, dat complimenten die aan sporters gegeven worden vaak een van beide mindsets stimuleert. Complimenten die op de hele persoon gericht zijn (eigenschapscomplimenten) stimuleren een statische mindset: 'Wat een mooie passeerbeweging, je bent een natuurtalent'. Complimenten die op het gedrag/proces gericht zijn (procescomplimenten) stimuleren een groeimindset: 'Wat een mooie passeerbeweging, daar heb je vast hard op getraind'.
Geef procescomplimenten over de inspanning, het doorzettingsvermogen en ontwikkeling om zodoende een groeimindset te stimuleren. Wanneer sporters te pas en te onpas eigenschapscomplimenten krijgen en dus vaak horen hoe 'talentvol' ze zijn, stimuleert dit een statische mindset met alle nare gevolgen van dien. Want sporters, die altijd hebben gehoord hoe goed ze zijn, kunnen namelijk behoorlijk schrikken wanneer een trainer vertelt dat je iets nog niet zo goed kan. De overdreven eigenschapscomplimenten zorgen dat sporters niet meer met kritiek van hun trainer kunnen omgaan en hun vermogen om te leren steeds meer kwijtraken.
Conclusie
De mindset-theorie laat zien, dat alle hockeyers zich positief kunnen ontwikkelen, als zij oefenen, leren van de gemaakte fouten en openstaan voor feedback. Wil je meer weten over dit interessante onderwerp, bekijk dan de sites in onderstaande bronnen.
Geraadpleegde bronnen
www.sportknowhowxl.nl (artikelen Bart Heuvingh)
